Daniel 2

dan via Hamat, Berota en Sibraïm, plaatsen op de grens tussen Damascus en Hamat, ten slotte naar Chaser-Hattichon, dat op de grens van Hauran ligt. 1Zo zal de noordgrens lopen van de Middellandse Zee tot aan Chasar-Enon op de grens, de omgeving van Damascus en Hamat in het noorden. 2De oostgrens zal vanaf Chasar-Enon in zuidelijke richting naar de berg Hauran lopen, waar hij naar het westen in de richting van de Jordaan zal afbuigen tot aan de zuidelijke punt van het Meer van Galilea. Vandaar loopt hij verder langs de Jordaan en voorbij de Dode Zee naar Tamar, op die manier Israël van Gilead scheidend. 3De zuidgrens zal vanaf Tamar in westelijke richting naar de bronnen bij Meribat-Kades lopen en vanaf dat punt verder de loop van de Beek van Egypte volgen tot aan de Middellandse Zee. 4In het westen zal uw land worden begrensd door de Middellandse Zee, vanaf de zuidgrens tot aan het punt op de kust tegenover Hamat. 5Verdeel het land binnen deze grenzen onder de stammen van Israël. 6Neem het land als een erfenis voor uzelf en voor de buitenlanders die met hun gezinnen bij u wonen. Alle kinderen die in het land worden geboren, ook als hun ouders buitenlanders zijn, moeten worden beschouwd als Israëlitische burgers door geboorte en hebben dezelfde rechten als uw eigen kinderen. 7Al deze immigranten moet land worden gegeven, bij welke stam zij ook verblijven.” ’ 8

De verdeling van het land

9‘ “Hier volgen de stammen en het gebied dat elke stam moet krijgen. Voor Dan: vanaf de noordwestelijke grens bij de Middellandse Zee tot aan Chetlon en Lebo-Hamat en vandaar tot Chasar-Enon op de grens, tussen Damascus in het zuiden en Hamat in het noorden. Dit zijn de oostelijke en westelijke grenzen. 10Asers gebied ligt ten zuiden van dat van Dan en heeft dezelfde oostelijke en westelijke grenzen. 11Naftaliʼs gebied ligt weer ten zuiden van dat van Aser, met dezelfde grenzen in het oosten en het westen. 12Dan volgt Manasse, ten zuiden van Naftali, met ook weer dezelfde grenzen in het oosten en het westen. 13
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse Ez. 48:7.
14
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse Ez. 48:7.
15
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses Ez. 48:5-7.
Hierna volgen, in zuidelijke richting, de gebieden van Efraïm, Ruben en Juda, die allen dezelfde west- en oostgrenzen hebben.

16
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse Ez. 48:9.
17
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses Ez. 48:8-9.
Ten zuiden van Juda is het land dat u de Here moet geven en dat bestemd is voor de tempel. Het heeft dezelfde oost- en westgrenzen als de stamgebieden en de tempel ligt midden in het gebied. Het tempelgebied zal 11,25 kilometer lang en 9 kilometer breed zijn.
18Een strook land van 11,25 kilometer lang en 4,5 kilometer breed, van noord naar zuid, omringt de tempel. 19Dat is bestemd voor de heilige priesters: dat zijn de nakomelingen van Sadok die Mij gehoorzaamden en niet zondigden toen de Israëlieten en de rest van de Levieten dat wel deden. 20Dat is hun speciale aandeel wanneer het land wordt opgedeeld, een bijzonder heilig stuk land. Naast dit gebied ligt dat waar de andere Levieten kunnen wonen. 21Dat zal dezelfde afmeting hebben als het eerste. Samen zijn zij 11,25 kilometer lang en 9 kilometer breed. 22Geen enkel deel van dit uitzonderlijke land mag ooit worden verkocht, verhandeld of door anderen worden gebruikt, want het is eigendom van de Here: het is heilig.

23De strook land van 11,25 kilometer lang en 2,25 kilometer breed ten zuiden van het tempelgebied is voor algemeen gebruik en bedoeld voor huizen, weiden en parken met een stad in het midden. 24De stad zelf moet ruim twee kilometer lang en breed worden. 25Rond de stad zal een strook grond van 112,5 meter zich in alle richtingen uitstrekken. Dit kan worden gebruikt als weidegrond. 26Buiten de stad, langs het heilige gebied, zal zich over een lengte van 4,5 kilometer een gebied uitstrekken dat als tuin kan worden gebruikt, bestemd voor algemeen gebruik. 27Het moet bewerkt worden door mensen die in de stad werken, ongeacht uit welk deel van Israël ze komen.

28Het hele gebied, inclusief de heilige gebieden en de stadsgrond, is 11,25 kilometer in het vierkant. 29
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse Ez. 48:22.
30
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses Ez. 48:21-22.
Het land aan weerszijden van dit gebied, zich uitstrekkend tot aan de westelijke en oostelijke grenzen van Israël, zal voor de koning zijn. Deze grond, gelegen tussen de stamgebieden van Juda en Benjamin, is 11,25 kilometer in het vierkant, aan weerszijden van het gebied van de tempel en de stad.

31De gebieden die aan de rest van de stammen moeten worden uitgegeven, zijn als volgt: Benjamins gebied strekt zich uit over de hele breedte van Israël. 32Ten zuiden daarvan ligt het gebied van Simeon, in het westen en oosten eveneens grenzend aan de landsgrenzen. 33Daarna komt Issachar, met weer diezelfde grenzen. 34Dan volgt Zebulon met een gebied dat eveneens over de hele breedte van het land ligt. 35
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse Ez. 48:28.
36
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses Ez. 48:27-28.
Ten slotte komt dan het gebied van Gad, dat dezelfde grenzen in het westen en het oosten heeft, maar waarvan de zuidgrens van Tamar, via de bronnen bij Meribat-Kades en langs de loop van de Beek van Egypte naar de Middellandse Zee loopt.
37Dit zijn de erfenissen die onder de stammen moeten worden verdeeld,” aldus de Oppermachtige Here.

38
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse Ez. 48:31.
39
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses Ez. 48:30-31.
“Elke stadspoort zal een naam dragen die herinnert aan een van de stammen van Israël. Aan de noordkant, met een ruim twee kilometer lange muur, zullen drie poorten zijn, genoemd naar Ruben, Juda en Levi.
40Aan de oostkant, met een eveneens ruim twee kilometer lange muur, zullen de poorten worden genoemd naar Jozef, Benjamin en Dan. 41De zuidelijke muur, met dezelfde lengte, zal poorten met de namen Simeon, Issachar en Zebulon hebben. 42De poorten in de ruim twee kilometer lange westelijke muur zullen worden genoemd naar Gad, Aser en Naftali. 43De totale omtrek van de stad bedraagt 8,1 kilometer. En deze stad, de woonplaats van God, zal De Here is Daar heten.” ’ 44 45

Daniël wordt adviseur van de koning

46Drie jaar na de troonsbestijging van koning Jojakim van Juda voerde koning Nebukadnessar van Babel een aanval uit op Jeruzalem, en de Here schonk hem de overwinning op Jojakim. 47Bij zijn terugkeer nam Nebukadnessar uit de tempel van God een deel van de heilige voorwerpen mee. Hij zette deze in de schatkamer van de tempel van zijn eigen god in Babylon. 48
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse Dan. 1:4.
49
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses Dan. 1:3-4.
Toen liet hij Aspenaz, het hoofd van de hofhouding, bij zich komen en gaf hem de opdracht enkele Israëlieten naar Babel te halen. Zij moesten van koninklijke en voorname afkomst zijn. Aspenaz moest hun lesgeven in de taal en de wetenschap van de Chaldeeën.

‘Zoek de sterkste, gezondste en mooiste jongens uit,’ zei de koning. ‘Zij moeten een grote belezenheid, een uitgebreide kennis en een scherp verstand bezitten. Kortom, het moeten jongens zijn, geschikt om in het paleis dienst te doen.’
Copyright information for NldHTB